Home Problemen Dementie Fases van dementie

Dementie

"De alarmbellen gingen rinkelen toen m’n ouders plotseling wilden verhuizen".

Fases van dementie

Het verloop van dementie verschilt per soort en per persoon. Dementie kent vier fases. We geven hieronder als voorbeeld een globaal verloop van dementie – veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer – in vier algemene stadia. De duur van één stadium is voor iedereen anders en ook deels afhankelijk van de oorzaak van dementie.

Dementie fase 1: het voorstadium (gemiddeld 2 tot 3 jaar)
In het voorstadium van dementie krijg je zorgen over je eigen geheugen. Je vergeet dagelijkse dingen zoals je tanden poetsen of de planten water geven. Ook kan het zijn dat je even niet meer weet hoe iets werkt. Denk bijvoorbeeld aan een kop koffie zetten of de vaatwasser aanzetten. Daarnaast komt het in het voorstadium weleens voor dat je aan het eind van de dag niet meer precies weet wat je hebt gedaan. Je onthoudt namen steeds lastiger en plannen wordt moeilijker. Je voelt aan dat iets niet goed is.

Dementie fase 2: het beginstadium (gemiddeld 2 jaar)
In het beginstadium van dementie begint vergeetachtigheid een patroon te worden. Daarnaast treden er kleine veranderingen op in het gedrag. Zo kost het bij beginnende dementie steeds meer energie om je ergens op te focussen. Denk aan het oplossen van een kleine rekensom, het volgen van een gesprek, het nemen van beslissingen of het vertellen van een verhaal. Ook komt het in het beginstadium voor dat er minder interesse is in andere mensen en activiteiten.

Dementie fase 3: het middenstadium (gemiddeld 4 jaar)
In het middenstadium speelt dementie een steeds grotere rol in het dagelijks leven. Veel normale handelingen zoals wassen, aankleden en eten worden vergeten. Ook lukt het niet meer om te onthouden wat je hebt gedaan. Dit zorgt ervoor dat je vaak in herhaling valt. Het kan zijn dat je vaker dezelfde vragen stelt, maar ook dat je twee keer ontbijt. Het gedrag verandert aanzienlijk in de derde fase van dementie. Dit is voor dierbaren vaak erg lastig. Tijdens het middenstadium is in de meeste gevallen intensieve zorg nodig. Door het toenemende geheugenverlies kunnen er namelijk gevaarlijke situaties ontstaan. Ook zijn mensen met dementie in fase 3 sneller verward en gedesoriënteerd. Er is geen tijdsbesef meer waardoor het slaapritme verstoord kan raken.

Dementie fase 4: het eindstadium (gemiddeld 6 tot 9 jaar)
In het laatste stadium van dementie heeft iemand continu verzorging nodig. Het geheugen en spraakvermogen gaan snel achteruit. In fase 4 kan iemand moeite krijgen met zelfstandig lopen. Ook treden er reflexen op, zoals grijp- of zuigreflexen. Het is haast onmogelijk om nog contact te maken. Iemand in het eindstadium van dementie is volledig in zichzelf gekeerd en herkent dierbaren niet meer. Soms kan er wel een flits van herkenning zijn. Iemand met dementie in fase 4 kan nog wel reageren op liefde en aanrakingen en genieten van bijvoorbeeld muziek of het ruiken van geuren. Dementie heeft uiteindelijk, direct of indirect, de dood tot vervolg.